Wet DBA gaat op de schop!

 

Het nieuwe kabinet wil af van de Wet DBA. Deze in 2016 ingevoerde wet ter vervanging van de VAR (Verklaring arbeidsrelatie) zorgt voor teveel onzekerheid en onrust onder zzp’ers en hun opdrachtgevers. In plaats daarvan komt er een nieuwe wet die opdrachtgevers en echte zzp’ers de zekerheid geeft dat geen sprake is van een dienstbetrekking. In de tussentijd blijft de handhaving van de Wet DBA opgeschort.

Van DBA naar nieuwe wet

Het nieuwe kabinet heeft dit plan voor een nieuwe ‘zzp-wet’ aangekondigd in het op dinsdag 10 oktober 2017 gepresenteerde regeerakkoord. Het plan moet dus nog verder worden uitgewerkt in een wetsvoorstel. De hoofdlijnen zijn al wel bekend. Het kabinet heeft drie categorieën van zzp’ers voor ogen:

  • De zelfstandige die werkt tegen een laag tarief in combinatie met een overeenkomst van langer dan drie maanden dan wel in combinatie met het verrichten van reguliere werkzaamheden. In dat geval is altijd sprake van een arbeidsovereenkomst. Een laag tarief zal ergens liggen tussen de € 15 en € 18 per uur.
  • De zelfstandige die werkt tegen een hoog tarief van meer dan € 75 per uur in combinatie met een overeenkomst korter dan één jaar dan wel in combinatie met het niet verrichten van reguliere werkzaamheden. Het kabinet biedt in dit geval een ‘opt out’. Dat wil zeggen dat de zzp’er en zijn opdrachtgever met elkaar overeenkomen dat er geen loonheffingen worden ingehouden.
  • De zelfstandige die tussen het lage en hoge uurtarief in zit. Het kabinet wil hiervoor een ‘opdrachtgeversverklaring’ invoeren. Voor die verklaring moet de opdrachtgever een aantal duidelijke vragen beantwoorden over de arbeidsrelatie met de zzp’er. Als daaruit komt dat geen sprake is van een dienstverband, dan heeft de opdrachtgever de zekerheid dat hij geen loonbelasting en premies hoeft in te houden en af te dragen. Uiteraard moeten de vragen dan wel naar waarheid zijn beantwoord.

Handhaving opgeschort

Het duurt nog wel even voordat de nieuwe wet kan worden ingevoerd. In het regeerakkoord geeft het nieuwe kabinet aan dat de Belastingdienst tot die tijd niet zal handhaven op de wet DBA. Dat betekent dat de Belastingdienst geen naheffingen, boetes of correctieverplichtingen voor de loonheffingen zal opleggen als achteraf wordt geconstateerd dat toch sprake is van een dienstbetrekking tussen zzp’er en opdrachtgever. Er wordt alleen gehandhaafd bij kwaadwillendheid. Na invoering van de nieuwe wet wordt het niet-handhaven op de Wet DBA geleidelijk afgebouwd. Zo heeft iedereen straks voldoende tijd om te wennen aan nieuwe regels.

Let op! Het oude kabinet had de handhaving van de Wet DBA opgeschort tot in ieder geval 1 juli 2018. Het nieuwe kabinet schort dit nu verder op.

Nieuw kabinet draait schijfverlenging VPB terug

Het nieuwe kabinet zet in het regeerakkoord alvast een streep door de al definitieve schijfverlenging van de komende jaren in de vennootschapsbelasting. Daarvoor in de plaats komt een tariefsverlaging. Pikant detail is dat deze stapsgewijze verlaging pas in 2019 start, terwijl de schijfverlenging zou ingaan per 2018.

Voorstel tariefsverlaging vennootschapsbelasting

Per saldo is uw bv bij een gelijkblijvende winst in 2018 daardoor niet minder vennootschapsbelasting verschuldigd dan in 2017. Uw bv betaalt over de eerste € 200.000 winst 20% belasting. Dit winstbedrag zou in 2018 uitkomen op € 250.000, in 2020 op € 300.000 en in 2021 op € 350.000. Het nieuwe kabinet draait in het regeerakkoord deze schijfverlenging terug, zodat ook na 2017 de schijfgrens € 200.000 bedraagt. In plaats daarvan worden de tarieven van 20% en 25% in de vennootschapsbelasting stapsgewijs verlaagd naar 16% en 21%. Die tariefsverlaging start vanaf 2019. Vanaf dat jaar is uw bv bij een gelijkblijvende winst wél minder vennootschapsbelasting verschuldigd dan nu het geval.

In schema betekent het voorstel van het nieuwe kabinet het volgende:

Voorstel tarief vennootschapsbelasting
Resultaat tarief 
Van  Tot  2018 2019 2020 2021
€ 200.000 20% 19% 17,5% 16%
€ 200.001 25% 24% 22,5% 21%

Let op!
De stapsgewijze tariefsverlaging naar uiteindelijk 16% en 21% in 2021 is aangekondigd in het regeerakkoord, maar moet nog worden opgenomen in een wetsvoorstel waarmee vervolgens de Tweede en Eerste Kamer moeten instemmen. Het duurt dus nog even voordat de tariefsverlaging definitief is.

Verliesverrekening verder aan banden

Om deze tariefsverlaging te bekostigen, wil het nieuwe kabinet onder andere de verliesverrekening voor bedrijven verder beperken. Heeft uw bv een verlies geleden dan is dit verlies nu verrekenbaar met de belastbare winst uit het voorgaande jaar (carry-back) of met de winsten uit de komende negen jaar (carry-forward). Die carry-forward-termijn gaat, als het aan het nieuwe kabinet ligt, naar zes jaar.

Let op!
De in het regeerakkoord aangekondigde beperking van de verliesverrekening gaat niet gelden voor ondernemers in de inkomstenbelasting. Een ondernemingsverlies blijft verrekenbaar in box 1 met positieve inkomsten uit de drie voorafgaande jaren en de negen volgende jaren.

Samen een bedrijf. Beiden recht op zelfstandigenaftrek?

Als partners samen in een vof of maatschap een bedrijf uitoefenen, kunnen ze in beginsel ook allebei recht hebben op ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek.

Voor een aantal ondernemersfaciliteiten, waarvan de zelfstandigenaftrek één van de belangrijkste is, geldt als eis dat de ondernemer minstens 1.225 uur per jaar in het bedrijf werkt én minstens de helft van de werkzame uren.

Als echtgenoten of partners samen in een vof of maatschap zitten, mogen de gewerkte uren niet meer dan 70% ondersteunend van aard zijn, anders tellen deze niet mee. Bij werkzaamheden van ondersteunende aard moeten we bijvoorbeeld denken aan het verzorgen van de administratie en aan schoonmaakwerkzaamheden. Het is dus van belang dat de kerntaken van de onderneming zoveel mogelijk door beide echtgenoten worden uitgevoerd.

Oppassen met inhuren van zzp’ers?

Zoals bekend, is de handhaving van de Wet DBA opgeschort tot 1 juli 2018. Uit twee interne memo’s zou blijken dat de fiscus toch al strenger handhaaft.
Modelovereenkomst voorleggen. Als u een zzp’er inhuurt, dan is het fijn als u zeker weet dat de Belastingdienst niet achteraf stelt dat er geen sprake was van zelfstandigheid en u een naheffing loonbelasting oplegt. U kunt daarom de overeenkomst die u met een zzp’er afsluit vooraf laten beoordelen door de Belastingdienst. Er zijn inmiddels al 1.975 modelovereenkomsten goedgekeurd, maar er zijn er ook veel afgekeurd …

Handhaving Wet DBA opgeschort. De staatssecretaris van Financiën heeft inmiddels de handhaving van de Wet DBA (die deze werkwijze regelt) opgeschort tot 1 juli 2018.

Wanneer wel handhaving? In eerste instantie heeft de staatssecretaris gezegd dat hij de wet alleen zal handhaven bij ‘evident kwaadwillenden’. Daarbij gebruikte hij termen als ‘fraude’ en ‘zwendel’. Onlangs zijn er echter twee interne memo’s van de Belastingdienst openbaar gemaakt die suggereren dat er toch al veel sneller gehandhaafd zou worden. Dat zou al het geval zijn als een modelovereenkomst die is voorgelegd en is afgekeurd, niet wordt aangepast. Het zou daarom verstandig zijn om geen modelovereenkomsten meer voor te leggen.

Reactie staatssecretaris. De staatssecretaris heeft als volgt gereageerd op de ophef over de mogelijke strengere handhaving: “Voor iedereen die zich normaal gedraagt in dit land, is de handhaving opgeschort tot de volgende zomer (…). Ook als je een overeenkomst hebt waar je je niet aan houdt en er wel een dienstbetrekking is, dan is er nog een aparte toets of je een evident kwaadwillende bent.” Het aantal gevallen waarin er gehandhaafd zal worden, is volgens de staatssecretaris op twee handen te tellen. Het niet volledig werken volgens goedgekeurde modelovereenkomsten zal niet meteen leiden tot naheffingen en boetes. Let op.  Het lijkt er dus niet op dat men voortaan strenger zal gaan handhaven. In de praktijk blijkt dat de Belastingdienst toch wel afwachtend is, omdat men ook niet weet hoe het verdergaat. Het voorleggen van modelovereenkomsten heeft daarom vaak niet veel zin.