Laat die investeringsaftrek niet verloren gaan

Als u investeert, kunt u rekenen op een aantal forse fiscale tegemoetkomingen. Om misbruik te voorkomen, gelden er wel aanvullende voorwaarden. Zorg dat u hierop anticipeert om de investeringsaftrek niet onbedoeld te verspelen.

Investeringsaftrekken. Investeren is goed voor de economische groei. Daarom geldt hiervoor een aantal aantrekkelijke fiscale tegemoetkomingen in de vorm van investeringsaftrekken. Deze kennen we voor kleinschalige, milieuvriendelijke en energievriendelijke investeringen. Er gelden wel voorwaarden om misbruik te voorkomen.

In gebruik nemen

Een belangrijke eis van de investeringsaftrekken is dat het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen. Zo niet, dan kunt u slechts een deel van de investeringsaftrek verrekenen. Dit deel is gelijk aan het deel van het bedrijfsmiddel dat u betaald heeft. De rest van de investeringsaftrek schuift door naar de toekomst. U krijgt dit dan als u het bedrijfsmiddel in gebruik heeft genomen of heeft betaald. Zo niet, dan bent u de aftrek dus kwijt.

Ook voor willekeurige afschrijving. Ook willekeurig afschrijven, door bijvoorbeeld starters of bij sommige milieu-investeringen, kan slechts tot maximaal het bedrag van de betaling. Houd hier dus rekening mee als nog niet duidelijk is of u een bedrijfsmiddel wel direct in gebruik kunt nemen.

Ook zonder misbruik. De eis geldt ook als er geen sprake is van misbruik. U heeft bijvoorbeeld een bedrijfsmiddel aangeschaft, maar de benodigde vergunningen laten langer op zich wachten dan gedacht. Of u kunt de vereiste werknemers niet vinden. Wat te doen?

Betalen

U bent voor de investeringsaftrekken uit de brand als u het bedrijfsmiddel betaalt voor in ieder geval het deel waarop u investeringsaftrek krijgt.

Voorbeeld.Uw BV investeert in 2017 in een machine van € 100.000,-. De Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek bedraagt € 15.687,-. Als u in ieder geval dit deel van de factuur voor de machine betaalt, komt uw BV dit jaar nog in aanmerking voor de hele aftrek. Bij een belastingtarief van stel 25% levert dit € 3.922,- op.

Of via omweg. Heeft u onvoldoende financiële middelen, dan kan een lening ook uitkomst bieden, zo besliste het Gerechtshof Den Haag onlangs, 22.11.2016 (GHDHA:2016:3455) . Tip. U kunt uw belastingteruggave desnoods cederen of verpanden aan uw bank. Sluit u de lening af bij de leverancier van het bedrijfsmiddel, dan is cederen of verpanden niet toegestaan. Een lening bij de leverancier wordt tussen onafhankelijke derden ook niet als schijnhandeling aangemerkt. Ook niet als deze renteloos is, zo besliste de rechter in dezelfde uitspraak.

Minimumbetaling

Binnen 12 maanden 25% betalen. Als u het bedrijfsmiddel nog niet in gebruik neemt, is het van belang dat u in ieder geval 25% van uw investering binnen 12 maanden na aankoop betaalt. Doet u dit niet, dan komt de gehele investeringsaftrek te vervallen.

Driejaarstermijn. Dit is ook het geval als u het bedrijfsmiddel na drie jaar nog steeds niet in gebruik heeft genomen. U kunt de inspecteur verzoeken deze sanctie in uitzonderingsgevallen niet toe te passen, maar deze zal zich niet makkelijk laten overtuigen. Wijst hij uw verzoek af, dan kunt u dit ook niet via de rechter aanvechten. Probeer deze situaties dus te allen tijde te voorkomen.

Komt u in aanmerking voor investeringsaftrek, neem het bedrijfsmiddel dan voor het einde van het jaar in gebruik of betaal in ieder geval het deel van de factuur dat overeenkomt met de te claimen investeringsaftrek. Een lening bij de leverancier geldt fiscaal ook als betaling.

Winst uitstellen naar 2018 voordelig?

De eerste tariefschijf voor de vennootschapsbelasting wordt in 2018 verlengd. Hierdoor kan het aantrekkelijk zijn om de winst van dit jaar deels uit te stellen.

Langer lager tarief. De eerste schijf van de vennootschapsbelasting wordt met ingang van 2018 verlengd. De grens wordt opgehoogd van € 200.000,- naar € 250.000,-. Dit betekent dat u pas bij een winst boven deze verhoogde grens 25% vennootschapsbelasting bent verschuldigd. Tot die grens geldt er een tarief van 20%.

Winst uitstellen, wanneer voordelig? De vraag is of deze verlenging van de tariefschijf het aantrekkelijk maakt om winst in 2017 uit te stellen naar 2018. Alleen als uw BV nu meer dan € 200.000,- winst maakt én het naar verwachting lukt om de winst in 2018 onder de € 250.000,- te houden, heeft het zin om winst te verschuiven naar 2018. Dit kan dan een voordeel van maximaal € 50.000,- x 5% = € 2.500,- opleveren.

Hoe dan? Met ingang van 2020 gaat de grens voor de eerste tariefschijf zelfs naar € 300.000,-. Uitstel van winst naar 2020 en later kan dus extra aantrekkelijk zijn. Winst uitstellen is op verschillende manieren mogelijk. Het is afhankelijk van uw concrete situatie welke optie haalbaar is.

  • Voorziening vormen. Denk allereerst aan het vormen van een voorziening. Daarmee kunnen toekomstige kosten naar voren worden gehaald, bijvoorbeeld in de vorm van een onderhouds- of garantievoorziening. De oorzaak van deze kosten moet dan wel in het heden liggen.
  • Kosten naar voren halen. Daarnaast kunt u kijken of u kosten naar voren kunt halen. Moeten er begin 2018 enkele grote uitgaven plaatsvinden? Dan is het wellicht zinvol om deze eind 2017 te doen. Uiteraard moet het dan wel gaan om kosten die niet geactiveerd hoeven te worden (investeringen).
  • Afwaarderen. Verder is het wellicht mogelijk om een vast activum (pand, machine, inventaris) af te waarderen. Dit is toegestaan als de boekwaarde hoger is dan de werkelijke waarde/bedrijfswaarde. Afwaardering leidt tot een verlies en dus tot een lagere winst. Bij latere verkoop ontstaat dan uiteraard wel een hogere boekwinst.
Het verschuiven van winst naar 2018 kan voordelig zijn als u in 2017 meer dan € 200.000,- winst maakt én het lukt om de winst in 2018 onder de € 250.000,- te houden.

Ritten naar voetbalstadion zakelijk

Een directeur van een BV die actief is in de vastgoedsector gaat met zijn auto van de zaak regelmatig naar het voetbalstadion. De BV heeft daar seizoenkaarten en business seats. Voor de auto past de BV geen bijtelling toe. Er volgen naheffingen over vijf jaren van totaal ruim € 90.000, exclusief boete en rente.  De BV moet aannemelijk maken dat de directeur op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 km per jaar privé heeft gereden. Er ontstaat discussie over de zakelijkheid van de stadionbezoeken.

Lees meer

Post naar Belastingdienst aangetekend versturen?

Communiceren met de fiscus is tegenwoordig niet eenvoudig. De medewerkers zitten afgeschermd achter een postbusnummer en callcenter. Toch moet u vaak belangrijke zaken goed schriftelijk met de fiscus afstemmen. Hoe pakt u dit aan?

Adressering. Bij het verzenden van post naar de fiscus kunt u voor het adres gebruikmaken van de website van de Belastingdienst ( http://www.belastingdienst.nl ). Hier kunt u per gemeente de contactgegevens van het dienstdoende belastingkantoor vinden. Zo voorkomt u dat u een verouderd adres gebruikt. Als u bezwaar maakt tegen een aanslag, staat op de aanslag het adres van het desbetreffende belastingkantoor vermeld.

Andere aanpak. Het gebruik van de juiste adressering biedt echter nog niet de zekerheid dat uw brief ook bij de juiste persoon terechtkomt. Veel adviseurs kunnen u vertellen over zoekgeraakte brieven en bijna kafkaëske ervaringen met de fiscus. Hoe kunt u dit voorkomen?

Ter attentie van specifieke medewerker

Wat te doen? Allereerst is het belangrijk om uw brief zoveel mogelijk ter attentie van een specifieke medewerker (bijvoorbeeld uw contactpersoon) van de fiscus te verzenden. Daarmee zorgt u ervoor dat u op een later moment weet wie u moet aanspreken als er een reactie uitblijft. Stuurt u uw brief zonder specifieke ontvanger, dan weet u niet op welk bureau deze terechtkomt.

Als een reactie van de Belastingdienst uitblijft (en dat gebeurt helaas regelmatig), is het lastig, zo niet onmogelijk, te achterhalen waar uw brief is gebleven. Veelal krijgt u dan van de fiscus het advies uw brief opnieuw te verzenden, maar daar wordt u natuurlijk niet vrolijk van.

Aangetekend verzenden

Aantekenen. Daarnaast geldt voor belangrijke brieven dat het aangetekend verzenden aan de fiscus hiervan, aan te raden is. Maakt u bijvoorbeeld bezwaar tegen een forse aanslag, dan zorgt het aantekenen van de brief ervoor dat u achteraf kunt aantonen tijdig bezwaar te hebben gemaakt.

Termijn veiligstellen. Ook bij andere zaken waarin tijdigheid een voorname rol speelt, is dit verstandig. Denk hierbij aan de registratie van een intentieovereenkomst voor de inbreng van een onderneming in de BV of een verzoek voor een fiscale eenheid vennootschapsbelasting dat voor 1 april binnen moet zijn.

Hof. Dat aangetekend verzenden verstandig is, blijkt uit een zaak voor het Gerechtshof Arnhem, 10.10.2012 (GHARN:2012:BX9654). Hier ontstond discussie over de vraag of de adviseur van de belastingplichtige tijdig (binnen zes weken na dagtekening van de aanslag) bezwaar heeft aangetekend.

Retourkaart. Volgens de inspecteur is dit niet het geval en wordt hij pas van het bezwaar op de hoogte gesteld als de adviseur dit bijvoegt bij een ander schrijven. De adviseur kan echter aantonen dat het bezwaar wel degelijk tijdig is verzonden en ontvangen door de fiscus. Hij heeft het bezwaar namelijk aangetekend verzonden. Na verzending ontvangt hij van TNT Post een zogenaamde ‘Handtekening retourkaart’ waaruit blijkt dat de fiscus de brief heeft ontvangen en aangenomen.

. Tegenwoordig gaat aangetekend versturen grotendeels digitaal in zijn werk. U kunt online een speciale pakketzegel aanmaken en uw brief verzenden via het postkantoor of agentschap. Vervolgens kunt u online volgen wanneer uw brief wordt bezorgd en of de ontvanger deze heeft aangenomen. Zelfs de handtekening waaruit de ontvangst blijkt, is digitaal op te vragen.

Toestemming van ex nodig om eigen aangifte te herzien

Is gezamenlijk aangifte inkomstenbelasting gedaan, waarbij een bepaalde verdeling van de negatieve opbrengst eigen woning is gemaakt? Dan kan men deze verdeling niet zonder toestemming van de (gewezen) partner ongedaan maken volgens Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch

Over het jaar 2010 hadden een advocate en haar toenmalige echtgenoot de aangifte inkomstenbelasting laten verzorgen door een administrateur. De boekhouder gaf de negatieve opbrengst eigen woning aan bij de ex-echtgenoot. In 2013 was de echtscheiding tussen de vrouw en haar echtgenoot uitgesproken. In geschil voor Hof Den Bosch was of de administrateur wel gemachtigd was om namens de vrouw de aangifte in te dienen en zo ja, of de advocate de toedeling van de hypotheekrente nog kon wijzigen.

Het hof oordeelde dat de administrateur gemachtigd was. Deze boekhouder verzorgde al sinds jaren de boekhouding van zowel de ex-echtgenoot als van het kantoor van de advocate. Uit niets bleek dat de machtiging was ingetrokken. Bovendien had het volgens het hof voor de hand gelegen dat de vrouw zelf een herziene aangifte zou hebben ingediend.

Toestemming ex-echtgenoot nodig

De advocate kon volgens het hof niet zonder toestemming van de ex-echtgenoot de verdeling van de negatieve opbrengst van de eigen woning wijzigen. Als in een gezamenlijke aangifte een bepaalde verdeling van een gezamenlijke post, zoals de opbrengst eigen woning, is overeengekomen, kan deze niet zonder toestemming van de (ex-)partner gewijzigd worden. Het hof verklaarde het beroep ongegrond.

Wet: artikel 2.17 Wet IB

Wintersport blijft privézaak

Een DGA gaat met zijn auto van de zaak op vakantie naar Oostenrijk. Omdat hij tijdens zijn verblijf een zakelijke afspraak heeft, verantwoordt hij deze reis in zijn rittenadministratie als zakelijk. De fiscus is het daar echter niet mee eens.

Wat speelde er?

Auto van de zaak. Het gaat in deze procedure voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04.11.2016 (GHARL:2016:8773) , om de directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een handelsbemiddelingsbedrijf in de verpakkingsindustrie. Deze DGA heeft een auto van de zaak (Audi A6) die hij naar eigen zeggen niet, of in ieder geval niet voor meer dan 500 kilometer per jaar, privé gebruikt.

Rit naar Oostenrijk. Tijdens een controle van zijn rittenadministratie stuit de inspecteur op een rit naar Oostenrijk in de krokusvakantie die door de DGA nagenoeg volledig als zakelijk is aangemerkt. Alleen wat kilometers ter plaatse zijn als privé aangemerkt. De DGA verklaart dat hij in Oostenrijk een zakelijk contact heeft ontmoet.

Standpunt inspecteur

500-kilometergrens overschreden. De inspecteur is van mening dat het hierbij gaat om privékilometers. Hiermee overschrijdt de DGA de grens van 500 kilometer per jaar. Er wordt aan zijn BV een naheffingsaanslag loonheffing opgelegd voor de auto van de zaak. Inclusief heffingsrente loopt de rekening al snel op tot zo’n € 15.000,-.

Gemengde ritten

Hoofddoel? Hoe moet worden omgegaan met dergelijke gemengde ritten die zowel een zakelijk als een privékarakter hebben? Uit eerdere rechtspraak is af te leiden dat hierbij gekeken moet worden naar het hoofddoel van de reis. Als op een rit met een zakelijk hoofddoel tevens een privédoel wordt bezocht, geldt als zakelijk de afstand die zou zijn afgelegd als het privédoel niet zou zijn bezocht. De rest van de afgelegde afstand (de omrijkilometers) moet als privé worden aangemerkt. Als u te maken heeft met een rit met een privéhoofddoel waarbij ook een zakelijk doel wordt aangedaan, geldt uiteraard het omgekeerde.

Uitspraak rechter

Bewijslast bij DGA. Er moet dus worden aangetoond dat het hoofddoel van deze reis zakelijk was. De bewijslast hiervoor ligt bij de DGA. Hij slaagt er echter niet in de rechter te overtuigen.

Hoofddoel privé. Uit onderzoek en verklaringen blijkt namelijk dat de wintersport vroegtijdig is geboekt. Pas daarna is de zakelijke afspraak gemaakt. Het gezin van de DGA ging mee op reis. Hij had alleen aan het begin van de vakantie een (korte) zakelijke afspraak. Daarmee is duidelijk dat het hoofddoel van deze reis een privévakantie was. De hiermee gepaard gaande kilometers moeten dus (bijna volledig) als privé worden aangemerkt. De naheffingsaanslag blijft dus in stand.

Commentaar

Bij een reis met gemengd karakter is het hoofddoel dus doorslaggevend. U moet de reis als dusdanig verwerken in uw rittenadministratie. Leidt dit tot te veel privékilometers en dus een bijtelling, dan is de enige oplossing om uw auto van de zaak hiervoor niet te gebruiken. Let op. Daag de fiscus niet uit. Zeker niet met een auto die niet zakelijk gebruikt wordt, want het is alles of niets: meer dan 500 km privé is meteen de volle mep aan bijtelling. Tip.  Reizen met een huurauto, wellicht in combinatie met een vlucht of een treinreis, is dan mogelijk een goed alternatief.

Factuur door u niet betaald, wat met de btw?

Btw op ontvangen facturen. Als u een factuur ontvangt van uw leverancier, dan mag u bij uw periodieke btw-aangifte de btw direct in aftrek brengen. U kunt de in rekening gebrachte btw al terugvragen voordat u de factuur daadwerkelijk heeft betaald.

Maar wat nu als u de factuur uiteindelijk niet (geheel) gaat betalen? Wanneer moet u de in aftrek gebrachte btw dan terugbetalen?

Vanaf 2017. U bent vanaf 2017 de in aftrek gebrachte btw in elk geval verschuldigd één jaar na het opeisbaar worden van het factuurbedrag als u de factuur nog niet (geheel) heeft betaald. Tot 31 december 2016 was dit twee jaar. U vult deze terug te betalen btw in bij uw btw-aangifte over het tijdvak waarin het jaar is verstreken. Heeft u de factuur gedeeltelijk betaald? Dan wordt de terug te betalen btw naar evenredigheid berekend. Let op. Als eerder al aangenomen kan worden dat u de factuur niet (geheel) betaalt, dan bent u de btw op dat moment al verschuldigd.

Overgangsrecht. Voor de niet-betaalde facturen die in 2016 opeisbaar zijn geworden, geldt de termijn van één jaar ook. Heeft u een factuur die op 1 maart 2016 opeisbaar is geworden? Dan leidt dit op 1 maart 2017 tot een terugbetalingsverplichting. Als de factuur al in 2015 opeisbaar is geworden, start de eenjaarstermijn op 1 januari 2016. U bent dan verplicht om in de eerste btw-aangifte van 2017 de btw terug te betalen.